• De bevruchting vindt plaats in het buitenste derde van de eileider, tot zo’n 12 tot 18 uur na de eisprong.
  • Slechts één zaadcel kan een eicel bevruchten, onmiddellijk daarna wordt de eicel ondoordringbaar voor andere  zaadcellen. Bij een ééneiige tweeling splitst de bevruchte eicel zich heel snel en ontwikkelen twee embryo’s zich verder. Bij een twee-eiige tweeling vinden twee eisprongen plaats binnen de 48 uur.
  • Het geslacht en andere kenmerken worden meteen vastgelegd bij de samensmelting van de celkernen.
  • 30 uur na versmelting volgt het tweecellig stadium; na 68 uur zijn er al 16 cellen.
  • De innesteling in de baarmoederwand gebeurt na 6-9 dagen door een signaal van het embryo.
  • Dat signaal verhindert de start van een nieuwe cyclus.