Cervixslijm
  • is een gel-achtige substantie bestaande uit minstens 90% water (98% in de vruchtbare cyclusfase), zouten, mineralen, eiwitcomponenten en suikers (voedsel voor sperma);
  • wordt in de baarmoederhals (cervix) geproduceerd onder invloed van oestrogeen;
  • neutraliseert in de vruchtbare periode de zure omgeving van de schede;
  • voedt en filtert de zaadcellen in hun reis naar de eicel;
  • vormt een kanaalstructuur o.i.v. oestrogenen; een prop o.i.v. progesteron.
De eileiders

vangen tijdens de ovulatie de eicel uit de eierstok op en stuwen de bevruchte eicel naar de baarmoeder.

De eierstokken
  • bevatten bij een pasgeboren meisje zo’n 400 000 eicellen per eierstok, waarvan 400 ooit tot volle rijping zullen komen.
  • Ze produceren oestrogeen en progesteron.
De eicel
  • is met 0,2 mm de grootste cel van het menselijk lichaam,
  • kan slechts 12-18 uur bevrucht worden,
  • wordt omhuld door een follikel.
De vrouwelijke cyclus
  • begint met de bloeding.
  • duurt normaal 25 tot 35 dagen.
  • heeft een variabele fase tot aan de eisprong.
  • is na de eisprong vrij constant, tussen 10 en 16 dagen.
De hormonale regeling van de cyclus

Het cyclische proces bij de vrouw staat onder controle van de hersenen en wordt via hormonen gestuurd:

  • het follikel stimulerend hormoon (FSH)
  • het luteïniserend hormoon (LH)

Daarnaast werken de twee eierstokhormonen:

  • oestrogeen
  • progesteron
De fase vóór de eisprong (folliculaire fase)

FSH stimuleert de ontwikkeling van tientallen follikels in de eierstok. De meesten vallen na een tijdje stil en verdwijnen.

Elke cyclus komt normaal slechts één eicel tot volledige rijping. In de wand van de follikel wordt het oestrogeen gevormd. Dit zorgt voor:

  • opbouw van baarmoederslijmvlies (na de menstruatie),
  • toename van cervixslijm,
  • bloeddoorstroming van de cervix, die zachter wordt en zich opent.

De oestrogenenpiek (eierstok) wordt gevolgd door een korte LH-piek (hersenen), waarop binnen de 36 tot 42 uur een eisprong volgt.

De fase na de eisprong (luteale fase)

Na de eisprong verkleurt de opengebarste follikel tot een geel lichaam (corpus luteum). Dit produceert naast oestrogeen nu ook progesteron. Het progesteron:

  • bereidt het baarmoederslijmvlies voor op een innesteling,
  • maakt het slijm taaier en sluit met een prop de cervix af,
  • doet de basale lichaamstemperatuur met minstens 2/10°C stijgen,
  • verhindert een nieuwe eisprong.

Bij een bevruchting werkt het gele lichaam nog tot aan het einde van de tweede maand van de zwangerschap. Indien geen bevruchting plaatsvindt stopt na een week de progesteronproductie. Enkele dagen later volgt de menstruatie en begint een nieuwe cyclus.

Samengevat

Werking van de eierstok

1 menstruatie
2 rijpende follikel
3 rijpe follikel
4 eisprong (ovulatie)
5 gele lichaam (corpus luteum)
6 verschrompelend gele lichaam (wit lichaam of corpus albicans)

Overzicht van de hormonale cyclus

A rijping van de eicel, ovulatie en gele lichaam

B werking van de hormonen

1 FSH (follikel stimulerend hormoon) vanuit de hersenen
2 oestrogeen respons vanuit de eierstok
3 LH (luteïniserend hormoon) vanuit de hersenen
4 progesteron respons vanuit de eierstok