Computers

1. Hoe functioneert een speekseltest?

De speekseltests zijn zakmicroscoopjes. Met hun hulp kan de vrouw zelf het varenfenomeen van het cervixslijm of het speeksel vaststellen en zo het begin en einde van de vruchtbare periode bepalen. De uitvoering is eenvoudig: een druppel cervixslijm of speeksel wordt op een microscoopglaasje gelegd, gedroogd en onder de miniatuurmicroscoop in een 10-voudige vergroting beoordeeld. Een patroon dat gelijkt op het blad van een varen, toont de vruchtbare fase van de cyclus aan. (zie Raith/Frank Natürliche Familienplanung Heute).

2. Kunnen de speekseltests worden aanbevolen?

Neen. De bestaande onderzoeken gaven te veel niet interpreteerbare patronen te kennen. Bovendien wordt in de handleidingen naar wetenschappelijke publicaties verwezen die niet bestaan.

En tenslotte kan de speekseltest ook niet betrouwbaarder zijn dan de cervixslijm- of Billingsmethode, die de rekbaarheid en hoeveelheid secretie beoordeelt, beiden parameters die als oestrogeenteken gelden.

3. Welke cycluscomputers bestaan er en welke kunnen worden aanbevolen?

Rond dit thema worden in Düsseldorf voortdurend studies gemaakt. De resultaten worden via ‘t Periodiekje bekendgemaakt. Consulenten kunnen daar de nieuwste ontwikkelingen volgen.

Thermometers

4. Welke elektronische (digitale) thermometer is voor Sensiplan geschikt?

Bij de aankoop van een elektronische thermometer moet je erop letten dat er een geldige ijking is aangebracht en dat de thermometer tot twee cijfers na de komma aangeeft. Een dergelijke thermometer is vandaag standaard in ons consultatiepakket opgenomen.

5. Waarop moet je bij het meten met een digitale thermometer letten?

Zoals bij een analoge thermometer moet je op de constante meetvoorwaarden letten (meetwijze).

Om nauwkeurige meetwaarden te krijgen, moet de meetduur steeds gelijk zijn. Normaal volstaat het niet om tot het signaal te meten, omdat van de ene meting tot de andere een verschil tot 0,2°C kan optreden. Daarom wordt aanbevolen om steeds 3 minuten te meten. Thermometers die na het signaal niet verder meten zijn ongeschikt.

Zie ook ‘Natuurlijk en zeker’, handboek

6. Hoe worden digitaal gemeten temperatuurwaarden op de cycluskaart genoteerd?

Bij het noteren van de meetwaarde moet je erop letten dat de waarde na de komma wordt afgerond. Daarbij volg je de gangbare afrondingsmethodiek.

Zie ‘Natuurlijk en zeker’, handboek en werkboek